Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar van de helft [34]der kinderen Israels zult gij [35]een gevangene van vijftig nemen, uit de mensen, uit de runderen, uit de ezelen, en uit de schapen, uit [36]al de beesten; en gij zult ze aan de Levieten geven, [37]die de wacht van den tabernakel des HEEREN waarnemen. 34. Dat is, die den kinderen Israels toebehoorde, achtervolgens de bedeling, vermeld boven, vs.27. Zie van deze helft onder, vs.42,47. 35. Of, een deel, dat vastgehouden is, van de mensen, of van de beesten. 36. Dat is, uit alle soorten van beesten; vergelijk Gen.7:14. 37. Zie hfdst.3 vs.7.